Van Tennet Creek naar Urulu
Door: webmaster Jannie
Blijf op de hoogte en volg richardenjannie
17 Oktober 2009 | Australië, Sydney
We werden vanmorgen pas om 7.45 wakker. Gisteravond lang door gegaan met foto’s uitzoeken en het was warm in de camper. Toen we om 8.50 vertrokken was er nog maar 1 caravan op de camping...de rest was allemaal al weg.
Op de Barkley Highway was het uitzicht ditmaal dor geel gras met hier en daar een struikje. Daar waar wel eens een riviertje loopt kun je de loop volgen doordat daar dan boompjes staan.
Het is een heel bijzondere ervaring om door de outback te rijden en hoewel er weinig afwisseling is, verveelt het helemaal niet!
Al snel kwamen we bij het bord.....Welcome in Noorthern Territory en waren we Qeensland uit. Hier heet de weg hetzelfde, maar heeft hij nummer 66.
Om 9.45 uur werden we bij Avon Downes door de politie gestopt. Het gehucht had een politiepost, een paar huizen, een boerderij en een airstrip. Ook stond er een bordje....sorry, no fuel!
Eerst begon de agent tegen Richard over het rijden over de dubbele witte streep, wat hij gedaan had, toen bekeek hij het rijbewijs en tenslotte moest hij blazen ( voor tien uur!! ).
De agent doet denkelijk niets anders zo middenin de vlakte.
Even later zagen we een dingo ,die bij een kadaver op de weg zat te eten en voor de camper opzij moest. R kon hem nog een stukje op de film krijgen.
Ook een lizzard stak een keer voor de camper de weg over. Zo breidt onze ontmoetingen met “vreemde”dieren steeds verder uit. Ik heb ook nog niet het kleine slangetje vermeld in Karumba.
De thermometer van de camper gaf vanaf 11uur afwisselend 39.5 of 40 graden aan!!
Tegen 3 uur waren we bij Threeways , waar de T splising is met de Stuard Highway , die noord –zuid loopt. We gaan dus weer afzakken. Daar even gestopt bij het monument van John Flynn, die de Flying Docters organisatie opgericht heeft.
In Tennet Creek wat eten gekocht in de supermarkt en geld gepind. We staan op Outback Caravan Park . Voor $ 10 kon je de hele dag van Internet gebruik maken, dus houden we ons met de laptop bezig.
Woensdag, 14 oktober...naar Alice Spring.
We zijn vanmorgen weer netjes om 7 uur opgestaan en om half 9 weg gereden. Er staat ons weer een groot stuk outback te wachten en we weten niet, hoever we zullen komen. Er zijn een paar kleine overnachtingcampings onderweg, maar soms is er alleen maar een toilet . Daar redden we ons prima mee met de camper, maar liever hebben we wat meer comfort.
De bekende Stuart Highway verder afgezakt naar het zuiden. Deze highway is aanzienlijk drukker dan de oost-west , die we eerder volgden. Het landschap bestaat voornamelijk uit dor gras en struikjes.
Er staat veel wind en het is gelukkig niet zo warm als gisteren en eergisteren. Na een uurtje rijden kwamen we bij de “Devils Marbels “aan. Dat is een gebied, waar ovale en bijna ronde granieten rotsen liggen, soms opgestapeld, die zo door de erosie gevormd zijn. Door uitzetten overdag en inkrimping in de nacht worden de rotsen zo’n beetje afgepeld als uien. Je kunt ook duidelijk hele platen bijna los zien liggen. We waren er eens niet alleen,er was een groepje met een kleine bus en nog enkele caravans en VW- campertjes met hippe kleuren en teksten, die door jongelui gehuurd worden. Op het campingdeel koffie gedronken.
Even verderop komen we door weer 2 leuke plaatsjes...eerst Wauchope, een hotel en bar en camping met benzinestation en even later nog een mooiere n.l. Wycliffe Well. Dit hotel/motel/bar, wat ze hier roadhouse noemen staat bekend om zijn grootste collectie bier( meer dan 100 soorten) in de NT (Noorthern Territory). Vandaar misschien, dat daarom ook daar vandaan de meeste UFO meldingen komen! Het gebouw is beschilderd met UFO-tekeningen en er staan een paar groene mannetjes.
Op de parkeerplaats Central Mount Stuart , waar het middelpunt van het 5e continent is, met een gedenkteken voor John McDouall Stuart, die als eerste blanke man naar het noorden trok, hebben we de lunch gebruikt. Er was gelukkig een schaduwplek gemaakt, maar vandaag wel veel last van vliegen, die op je gezicht gaan zitten! Vandaag onze hoogste gemeten temperatuur ... 33 graden. Bij het volgende roadhouse in Aileron stond een Big Man een standbeeld van een Aboriginal en iets eronder een vrouw met een kind. Daar was ook een galerie met Aboriginal kunst en een paar huizen. Wel zagen we daar ontzettend veel bierblikjes in de berm liggen.
Bij een volgende parkeerplaats stond een wereldbol, iets kleiner dan op de Noordpool en de afstand tussen die 2 is enorm bedachten we, die gaf aan, dat daar de Steenbokskeerkring liep en dat we de tropen weer gingen verlaten. Dit is ongeveer 30km boven Alice Spring.
We hebben maar weer gekozen voor een Big4 Camping MacDonnel Range Holiday Park.
We blijven 2 nachten en kijken morgen in de omgeving en de stad rond.
Donderdag 15 oktober Alice Spring en omgeving.
Gisteren met een receptioniste van de camping verschillende mogelijkheden besproken voor vandaag. We wilden eigenlijk iets meer te weten zien te komen van de Aboriginals, maar 1 excursie was er niet meer en de andere was duur en er stond niet veel tegenover. Het meisje stelde ons een uitstapje naar de MacDonnell Ranges voor, dat is een bergketen van wel 400 km lang, die zich ten oosten en ten westen van de stad uitstrekt. Daarna konden we de stad dan nog even bezoeken. De MacDonnells, die uit steile bergreeksen bestaan ,van elkaar gescheiden door parallel lopende kloven , hebben de vorm van golvende plooien. We zijn naar de West MacDonell National Park gegaan via goed verharde weg de Larapinta Drive. We zijn even gestopt bij de gedenkplaats van Flynn, de “vader van de flying docter service “.
Na ongeveer 20 minuten rijden naar de eerste kloof...de Simpson Gap. ‘s Morgens vroeg en ’s avonds tegen de schemering zijn hier ook de schuwe zwartvoetige rotswallaby’s te bekijken.
Er waren net uit 2 bussen schoolmeisjes gedropt...lekker gillend door de kloof natuurlijk. Ëén van de leerkrachten wees ons bovenop een rots nog een onduidelijke donkere vlek aan, volgens haar een wallibi , maar wij geloven, dat het een gat in de rots was! Er was aan het einde van de kloof ook nog een poel water...voor de rest staat alles droog.
De volgende kloof lag ongeveer 25 km verder...de Standley Chasm. De wanden staan soms zo dicht bij elkaar, zodat er een 5 tot 9 m smalle spelonk ontstaat en er tussen de middag, als de zon hoog staat maar ongeveer een uur lang zonlicht naar binnen valt, die de kwartsietsteen een mooie rode gloed geeft. Het park is in het bezit van een Aboriginalgroep en we moesten $ 8 pp betalen. Er was een soms lastig pad, dat door een droge rivierbedding liep , naar toe van 20 min lopen, dus was de zon in de kloof, toen wij er waren.
We zagen ook nog een merkwaardig groepje onderweg. Een donkerblauwe “pipokar” getrokken door 2 kamelen met nog 2 extra kamelen en op de kar 1 meisje en 1 meisje had de kamelen aan een leidsel. De dames hadden er zelf ook plezier in en wuifden vriendelijk en vroegen, waar we naar toe gingen. De volgende dag zagen we, dat hier bedrijven zijn, waar je een kamelenexcursie van 2 weken kunt maken, dus zijn we misschien op het verkeerde been gezet en maakten die meisjes gewoon zo’n trip in plaats van een avontuurlijke reis.
Daarna kwam Ellery Creek Big Hole, die 45 km verder lag, maar waarop we ons verheugden, omdat er een klein diep meer in ligt, waarin je ’s zomers kunt zwemmen. We hebben eerst bij een picknick tafel ons broodje gegeten en zijn toen naar het meer gelopen.....een betoverende zwemplek....niemand in het water, wel een paar mensen langs de kant. Vlak na ons, kwam er nog een stel en een familie het water in. We zijn naar de overkant gezwommen, waar de kloof ook was en een mooi strandje. Maar toen onze voeten opgedroogd waren, was het zand niet te belopen, zo heet!!
Na de verfrissende duik was de terugweg, die hetzelfde was, zo gedaan. We moesten er wel om lachen, dat men ons een uitstapje aanraadt, dat 240 km rijden was. Van de weg naar de kloven, was soms ook 10 km of meer!! En naar de laatste kloof was 2 km gravel niet te doen zo’n wasbord met kuilen.
In Alice Spring de camper neergezet op een speciale caravan en camperparkeerplaats vlak bij het centrum en de autovrije Todd Mall. Het al tegen 5 uur , toen we aankwamen ( dachten we toen... ) en dan is het in de meeste plaatsen gedaan met de drukte en gezelligheid, maar we boften, er werden allerlei kraampjes opgebouwd en er was een podium, waar muziek gemaakt werd. Bleek er een markt te zijn tot 9 uur pm. Was gezellig om erover te lopen en in allerlei galerietjes te snuffelen, Op de markt een klein Aboriginal schilderwerkje en later van een Aboriginalvrouw met vertaalhulp van dochter een groter schilderijtje voor onszelf gekocht.
Richard had in een boekje gelezen over een restaurant, waar je kangoeroevlees e.d. kon eten, dus dat opgezocht. Het is een bekend ding bij buitenlanders en het was er gezellig druk. Het is Bojangles in de stijl van een “cattle station”Ze hebben er stevige Aussieburgermanskost, volgens het boekje, R had mix van emoeworst, buffellapje,kangoeroelapje, kameelspiesje en krokodillengehakt. Ik ben me te buiten gegaan aan een bord vol sla met er bovenop een zalmmoot.
Gelukkig stond de camper er nog, dus kwamen we op de camping aan, terwijl er al weer veel mensen op 1 oor lagen en dan lekker piepen bij het achteruitrijden!!
Vrijdag, 16 oktober Uluru.
Om 7 uur uit bed, maar het is dan net als gisteren nog erg rustig op de camping.
We hebben vanmorgen extra lange tijd nodig voor ???, want we rijden tegen 9 uur pas de poort uit. Eerst boodschappen gedaan bij Coles....moeilijk te vinden. We kwamen om kwart over 10 pas weer langs de camping omdat we die kant op naar de Stuart Highway moesten, maar hadden ook nog even getankt $ 1,36 / liter. Langs de weg niet veel verandering... het gras is geel als koren. Alleen lagen er nu zo nu en dan wat heuvels in het landschap. Na 90 km rijden kwamen we bij Stuarts Well Camel farm langs, vanwaar men kameeltochten kan boeken. Wij zijn maar doorgereden en hebben de afslag naar Ayers Rock genomen die weg heet de Laseter Highway. We hebben de lunch gebruikt onder een boom, in de camper vanwege de vliegen, bij motel Mt. Ebenezer. Het moet een leuke galerie hebben, maar wij keken er maar doods tegenaan.
We hebben voor de zekerheid nog even getankt bij Curtin Springs Cattle station.
Langs de weg staan allemaal boompjes met lange naalden, die in de zon naar beneden hangen, om verdamping te voorkomen. Het is de desert oak of kurkara.
Ineens duikt er een enorme tafelberg op en gelukkig waren we op de hoogte, dat dat niet de rots is, maar Mount Connor. Ook imposant, maar tot nu toe toeristisch onbelangrijk.
Vanwege de tijd, want we wilden zonsondergang meemaken, maar gelijk doorgereden naar de Uluru, zoals hier vaker op de borden staat. Eerst moesten we $ 25.- pp betalen, om het Nationale Park in te mogen..het kaartje is wel tot maandagavond geldig. Geparkeerd op de speciale sunset parkeerplaats, waar , toen we om tegen half 6 ( dachten we ...) aankwamen nog maar een paar auto’s stonden. Het stroomde vol en er stonden zeker 120 auto’s toen de zon onder ging. Tsjonge, wat een foto’s worden er dan genomen!! Wij ook hoor en R nog filmen ook!
We wilden lekker op een stoeltje gaan genieten van de kleurverandering en de schaduwwerking op de rots, echter...de vliegen hadden ook feest!! Zoveel mogelijk binnen dus. Er waren zelfs mensen met muskietennetten voor hun gezicht.
Het was uiteraard donker, toen we de kampeerplaats van het toeristendorp Yulara -ook Ayers Rock Resort genoemd - opreden. Het is hier zo groot, dat we in het donker nog erg moesten zoeken. In het kantoor viel een klok met de mededeling....dit is onze tijd, me op, dat die een half uur vroeger stond!!!!
Laten we nu met het verlaten van Queensland de tijdslijn overschreden zijn en is het hier een half uur vroeger!!!!( het was kwart vóór 8 in plaats van over) Ineens begrepen we , waarom het zo rustig op de camping en in de douche was de laatste dagen ha-ha-ha !!! Eigenlijk wisten we het wel, maar nooit meer aan gedacht!!
Buiten verslag zitten typen en lekker vroeg in bed.
Zaterdag, 17 oktober Uluru en Kata Tjuta..
Vanmorgen om half 6 eruit, want de zonsopgang is om 6.10 plaatselijke tijd. Het is bovendien nog 25 km rijden naar de rots en omdat het de zonsopgang was, moesten we ook nog een stuk eromheen rijden, want die is aan de andere kant. Voor we een goed plaatsje om te stoppen hadden met mooi zicht, waren we dus al aan de oostkant van de Uluru en die werd ook het eerst beschenen. Er waren weer heel wat mensen op de been, maar niet zoveel dan gisteravond.
De zonsondergang en zonsopgang beleven hier bij de zo bekende rots is weer iets onbeschrijfelijks en we zeggen maar weer tegen elkaar: “Dat we dit weer mee mochten maken...”.
De Uluru heeft aan de basis een omvang van 9.4 km en steekt 348 m boven de spinifexvlakte ( zo heet het woestijngras ) uit .Het is door erosie rondgeslepen top van een gigantisch steil geplaatst blok zandsteen., dat onder de grond nog enige duizenden meters doorloopt. Uit de verte ziet het er glad uit, maar dichtbij zie je de afschilfering. De roestrode kleur kregen de rotsen door oxidatie van het ijzer, dat in het arkosezandsteen zit.
Na de zonsopgang hebben we de camper weer op de sunset parkeerplaats gezet en hebben we nog een dutje van 2 uur gemaakt. Op de camping ontbeten en gedoucht en na de koffie het park weer in, nu naar de Kata Tjuta ( The Olgas ), betekent ....veel hoofden.
Dit is een bergmassief met veel kloven 35 km ten westen van de Uluru opgebouwd uit hetzelfde materiaal. Het is een aaneenschakeling van bulten, waarvan de Mount Olga de hoogste top is en een hoogte heeft van1072m .
Evenals de Uluru is de Katja Tjuta voor de Aboriginals heilig land.
Onderweg kwamen we een groep dromedarissen tegen. Net ver genoeg om te fotograferen....weer een nieuw dier in het wild gefotografeerd!
We hebben eerst veraf van een parkeerplaats met mooi aangelegde uitkijkpost gekeken...Kata Tjuta Vieuwing Area. Voor de Olga’s ligt de Valley of the Winds, die daar ook duidelijk hoorbaar was.
Vervolgens dichterbij geparkeerd en een broodje gegeten.
Daarna weer naar de Uluru, waar we het Cultural Centre bezocht hebben. We zijn er daarna helemaal omheen gereden.
Aan de oostkant werd de rots toch nog beklommen door veel mensen. Er hangt ook een soort ketting als houvast. Overal wordt gevraagd, om de rots met respect te benaderen en er niet op te klimmen, maar de regering gaat het volgend jaar pas verbieden. Wij hebben ook foto’s van de rotstekeningen gemaakt, dat wordt ook niet op prijs gesteld.
Gestopt bij de Mutijulu Walk, die naar een grot met rotstekeningen en naar een put met water, waarin volgens de Aboriginals de heilige regenboogslang leeft. Wij zagen er alleen een “raar”soort reiger...
We hebben de rotsen van alle kanten bekeken en ervaren, dus zijn toen maar weer naar de camping terug gegaan.
Hier is een benzinestation en de diesel was $ 1,51, dus de tank maar weer gevuld, zodat we morgen weer een ruk kunnen maken.
Het is de laatste dagen mooi zonnig en in de middag 29-30 graden. Soms is er aardig wat wind. ’s Nachts koelt het hier behoorlijk af... vannacht voor het eerst de hele tijd het dekbed over ons heen gehad. Vanmorgen om 6 uur ook lange broek en fleece aan!!
-
17 Oktober 2009 - 23:53
Axxx:
Heb toevallig pas geleden een boek gelezen over de 'Flying Doctor' (was ook een vrouwpiloot/zuster bij!). Die stopten ook met hun vliegtuig bij bepaalde meertjes om wat op te frissen vroeger. Leuke verslagen/fotos. Heb Uluru Mountain goed bekeken op Satalite Google. Liefs Axxx -
20 Oktober 2009 - 15:27
Adrie:
Jonge, jonge wat een verslag, prachtig! Op hoeveel staat de teller wat het aantal wilde dieren betreft? Tel je de vogels ook mee?
groetjes en nog veel reisplezier. -
23 Oktober 2009 - 14:58
Jan En Frida:
Fijn om te lezen dat jullie ,het reuze naar het zin hebben.wij gistermorgen thuis gekomen.Wat hebben we genoten van onze reis.goede trip verder en voorzichtig groet -
25 Oktober 2009 - 11:07
Rudi:
Mooi verslag en foto's. En wat een belevenissen.
Groetjes en nog heel veel reisplezier.
Rudi
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley